hoge raad

News Update Hoge Raad | Week 12

Vordering in reconventie tegen afzonderlijke vennoten van eisende VOF
20 March 2020
20 maart 2020

Civiel

Vordering in reconventie tegen afzonderlijke vennoten van eisende VOF
In deze zaak vorderde een VOF betaling van uitstaande facturen voor verrichte werkzaamheden en geleverd materiaal. Gedaagde vorderde in reconventie vernietiging c.q. ontbinding van de koopovereenkomst welke was gesloten met een van de vennoten van de VOF. De HR bevestigt het oordeel van het hof dat een reconventionele vordering slechts kan worden ingesteld tegen de processuele wederpartij. Indien eiser in conventie een VOF is en niet tevens haar afzonderlijke vennoten, kan een vordering in reconventie slechts tegen de VOF worden ingesteld. Wel kan de gedaagde de rechter verzoeken gelegenheid te geven op de voet van art. 118 Rv (een van) de vennoten in het geding te betrekken indien sprake is van samenhangende vorderingen in conventie en reconventie en de proceseconomie gediend is met afdoening van die vorderingen in dezelfde procedure. De rechter kan die gelegenheid ook ambtshalve bieden. Verder oordeelt de HR dat onder omstandigheden, onverlet de herkansingsfunctie van het hoger beroep, het voor het eerst in hoger beroep voeren van het verweer dat een vordering is gericht tegen de verkeerde partij, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan zijn.

ECLI:NL:HR:2020:485

Civiel

Precisering regels bij rechterswisseling
De HR geeft een precisering van het onmiddellijkheidsbeginsel. De hoofdregel is dat de uitspraak wordt gewezen door de rechters die bij de mondelinge behandeling aanwezig waren. Dit waarborgt dat hetgeen ter zitting is besproken wordt meegenomen in de uitspraak. Indien een rechterswisseling toch noodzakelijk blijkt, dienen partijen hierover ingelicht te worden vóór de uitspraak, onder opgave van redenen. Deze verplichting vervalt na de eerste uitspraak volgend op de mondelinge behandeling, ongeacht het onderwerp van die uitspraak. De HR preciseert voorts de regeling voor aanspraak op een nieuwe mondelinge behandeling na een rechterswisseling. Deze regels gelden niet voor de comparitie na aanbrengen in hoger beroep.

ECLI:NL:HR:2020:472

Straf

Vrijspraak BTW-fraude wegens ontbreken fiscaal nadeel
Verdachte wordt vervolgd voor het doen van een onjuiste aangifte ter zake van de verkoop van telefoonkaarten, waardoor te weinig omzetbelasting zou zijn geheven. Verdachte gaf aan te hebben verkocht aan een Belgisch bedrijf waardoor een 0%-tarief van toepassing zou zijn, terwijl in werkelijkheid sprake was van binnenlandse verkoop. Op basis van een toepasselijke resolutie was echter ook de binnenlandse verkoop vrijgesteld van omzetbelasting, zodat per saldo niet te weinig omzetbelasting is geheven. De HR oordeelt dat de aangifte weliswaar onjuist is gedaan, maar dat belastingfraude niet kan worden bewezen wegens het ontbreken van fiscaal nadeel.

ECLI:NL:HR:2020:374

Fiscaal

Voor aftrek van BTW is niet de oorzaak, maar het doel van de kosten doorslaggevend
Belanghebbende heeft BTW afgetrokken op aan haar gefactureerde advocatendiensten. De diensten zagen op bijstand van advocaten in een strafrechtprocedure tegen haar directeur B. Inspecteur, Rechtbank en Hof kennen de aftrek niet toe omdat er geen rechtstreeks en onmiddellijk verband is tussen de advocatenkosten en de economische activiteit van belanghebbende. Echter, de HR bepaalt, onder verwijzing naar het Iberdrola-arrest, dat dit verband ook kan bestaan indien de oorzaak van de kosten buiten de belanghebbende zelf ligt, maar de gemaakte kosten noodzakelijk zijn voor het voortbestaan van de economische activiteiten van belanghebbende. Nu het Hof dit ofwel onjuist heeft opgevat ofwel zijn oordeel onvolledig gemotiveerd heeft, vernietigt de HR de bestreden uitspraak en volgt verwijzing naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch.
ECLI:NL:HR:2020:481


Meld u aan voor de Hoge Raad News Update
Written by:

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Counsel
Sylvia Dikmans

Key Contact

Amsterdam
Tax Lawyer | Partner