hoge raad

'Adviesrecht ondernemingsraad tijdens faillissement'

News Update Hoge Raad week 22 2017
2 June 2017

CIVIEL

Adviesrecht ondernemingsraad tijdens faillissement
Het aan de ondernemingsraad toekomende adviesrecht van art. 25 WOR ziet in beginsel niet op (besluiten tot) verkoop van goederen op de voet van art. 176 Fw en op (besluiten tot) ontslag van werknemers op de voet van art. 40 Fw, ook niet als zodanige verkoop of zodanig ontslag tot gevolg heeft dat de onderneming wordt beëindigd. De handelingen van de curator zijn dan gericht op liquidatie van het (ondernemings)vermogen en de door het adviesrecht van art. 25 WOR beschermde belangen moeten dan wijken voor de belangen van de schuldeisers. Indien echter de verkoop van activa plaatsvindt in het kader van een voortzetting of doorstart van (delen van) de onderneming door dezelfde of een andere entiteit, waarbij het vooruitzicht bestaat van behoud van arbeidsplaatsen, is een daarop gericht besluit adviesplichtig op grond van art. 25 lid 1 WOR.

ECLI:NL:HR:2017:982

CIVIEL

Toezichthoudersaansprakelijkheid Arbeidsinspectie
De HR oordeelt dat het toezicht door de Arbeidsinspectie op het verbod op gebruik van asbest strekt tot bescherming van (de gezondheid van) werknemers. Het houden van onvoldoende toezicht kan onder omstandigheden onrechtmatig zijn jegens de werknemer. Bij die beoordeling moet rekening worden gehouden met de in beginsel grote mate van beleids- en beoordelingsvrijheid van de Arbeidsinspectie. De rechter dient in dat licht terughoudend te toetsen. Van onrechtmatig handelen kan met name sprake zijn als de schade van de werknemer voor de Arbeidsinspectie (op basis van voldoende ernstige en concrete aanwijzingen) voorzienbaar was en haar in redelijkheid had moeten nopen tot het nemen van schadevoorkomende maatregelen. De stelplicht en bewijslast rusten in beginsel op de werknemer.

ECLI:NL:HR:2017:987

CIVIEL

Betaling griffiegeld onder vermelding onjuist kenmerk: geslaagd beroep op hardheidsclausule
Betaling griffiegeld onder vermelding onjuist kenmerk: geslaagd beroep op hardheidsclausule
Na ontvangst van een griffierechtnota is het griffiegeld van € 325,- binnen enkele dagen voldaan. Daarbij is abusievelijk het kenmerk vermeld van een andere zaak ten aanzien waarvan het griffiegeld reeds was voldaan. Nadat de griffie het geldbedrag heeft teruggestort en een aanmaning heeft gestuurd wordt het griffiegeld nogmaals – maar te laat – voldaan.  De HR oordeelt dat verzoekster toch ontvankelijk is en dat kan worden doorgeprocedeerd.

ECLI:NL:HR:2017:1013

FISCAAL

Bij inkomsten van buiten EU geen voortvarende navordering vereist
De inspecteur heeft niet voortvarend nagevorderd ter zake van inkomsten uit hoofde van een Zwitserse bankrekening. Het hof achtte de navordering niet toelaatbaar gelet op het arrest Passenheim (HR 11 juni 2009, BNB 2009/222). Onder verwijzing naar HvJEU 15 februari 2017 (C-317/15) en de standstillbepaling (art. 64 lid 1 WVEU) laat de HR de navordering echter toe. De voortvarendheidseis geldt niet voor navordering ter zake van inkomsten verkregen uit niet-EU-landen. Van schending van art. 1 Eerste Protocol EVRM is ook geen sprake.

ECLI:NL:HR:2017:960

STRAF

Standaardarrest vermindering/kwijtschelding ontnemingsbedrag 
Cassatie in het belang der wet. De HR wijst een standaardarrest met betrekking tot de kwijtschelding dan wel matiging van een door de ontnemingsrechter opgelegde verplichting tot betaling van wederrechtelijk verkregen voordeel aan de Staat. De HR onderscheidt verschillende gevallen, zoals een gedeeltelijke vrijspraak in de hoofdzaak of een gebrek aan draagkracht van de veroordeelde, waarin kwijtschelding dan wel matiging van de betalingsverplichting mogelijk is. Ook geeft de HR aan wat daartoe namens de veroordeelde moet worden aangevoerd.

ECLI:NL:PHR:2016:1425

 

Meld u aan voor de Hoge Raad News Update

Written by:

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Partner

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Partner