hoge raad

Geen analoge toepassing van art. 7:941 lid 5 BW op bedriegende WAM-claimant

News Update Hoge Raad | Week 27
6 July 2018

Civiel

Geen analoge toepassing van art. 7:941 lid 5 BW op bedriegende WAM-claimant
Oorspronkelijk eiseres heeft getracht met getuigen de WAM-verzekeraar (Allianz) en de rechter ervan te overtuigen dat zij inzittende was van een van achteren aangereden auto en dat zij daardoor whiplash-letsel heeft opgelopen. Deze 'getuigen' blijken door claimante en haar zoon te zijn overgehaald om geheel verzonnen verklaringen af te leggen. Zowel claimante en haar zoon, als deze 'getuigen' zijn ter zake onherroepelijk veroordeeld voor meineed en valsheid in geschrifte. Nadat de rechtbank de vorderingen van claimante als ongeloofwaardig had afgewezen, krijgt zij bij het hof alsnog gelijk. De HR verwerpt de primaire, op een analogie met art. 7:941 lid 5 BW jo art. 6:2 BW (redelijkheid en billijkheid) en art. 21 Rv (schending van de waarheidsplicht) gebaseerde klacht van Allianz. De sanctie dat – kort gezegd – bedrog elk recht op uitkering doet vervallen, geldt slechts voor de vertrouwensrelatie binnen de verzekeringsovereenkomst. De toepassing van art. 21 Rv en art. 6:2 BW door de feitenrechter kan in cassatie slechts zeer beperkt worden getoetst. De subsidiaire klacht van Allianz heeft wel succes. Nu claimante de bewijslast heeft en zij bovendien partijgetuige is, hadden de onwaarheden in de verklaringen van haar en haar zoon het hof moeten nopen tot een beter gemotiveerde bewijswaardering.

ECLI:NL:HR:2018:1103

Civiel

Uitsluiten van inschrijver op aanbesteding door ernstige beroepsfout
In 2012 is Connexion als tweede geëindigd in een aanbestedingsprocedure. De Combinatie werd eerste. Na de aanbesteding werden door de NMA boetes opgelegd aan een deel van de Combinatie waarbij sprake is van een ernstige beroepsfout. Volgens de aanbestedingsvoorwaarden wordt een inschrijver die een ernstige beroepsfout heeft begaan van de opdracht uitgesloten. In deze zaak staat centraal of de aanbestedende dienst niettemin van uitsluiting mag afzien omdat dit disproportioneel zou zijn. De HR beslist dat uit de aanbestedingsvoorwaarden onmiskenbaar volgt dat de inschrijver die een ernstige beroepsfout heeft begaan zonder meer van de opdracht wordt uitgesloten. De aanbestedende dienst mag daarom een beslissing tot uitsluiting niet op evenredigheid toetsen. De HR concludeert dat de aanbestedende dienst in strijd heeft gehandeld met het beginsel van gelijke behandeling en de daaruit voortvloeiende transparantieverplichtingen, door alsnog te toetsen aan het evenredigheidsbeginsel en de opdracht op grond daarvan aan de Combinatie te verlenen. De HR doet de zaak zelf af door het overeenkomstige vonnis van de voorzieningenrechter te bekrachtigen. 

In vervolg op: ECLI:NL:HR:2015:757 en ECLI:EU:C:2016:948.

ECLI:NL:HR:2018:1096

Meld u aan voor de Hoge Raad News Update

 

Written by:

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Partner

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Partner