hoge raad

Relativiteitseis bij staatsaansprakelijkheid wegens gebrekkige richtlijnimplementatie

News Update Hoge Raad | Week 42
19 October 2018

Civiel

Relativiteitseis bij staatsaansprakelijkheid wegens gebrekkige richtlijnimplementatie
Voor staatsaansprakelijkheid wegens gebrekkige implementatie van een EU-richtlijn stellen zowel het Unierecht als het Nederlandse recht de eis dat de richtlijn mede strekt tot bescherming van de individuele vermogensbelangen van de gedupeerden, althans dat die belangen zodanig nauw samenhangen met de doelstellingen van de richtlijn dat de schade valt onder het beschermingsbereik van de richtlijn. De EPB-richtlijnen beogen positieve milieueffecten als gevolg van verbeterde energieprestaties van gebouwen. De vereiste betrokkenheid van deskundigen die energiecertificaten opstellen, betekent niet dat hun vermogensbelangen onder het beschermingsbereik van die richtlijnen vallen.

ECLI:NL:HR:2018:1973

Civiel

Verhouding procedures art. 50 en art. 55 Lvw
Chipshol en Schiphol twisten over de vaststelling van een schadeloosstelling wegens een in 2003 opgelegd en in 2007 weer opgeheven bouwverbod op een terrein van Chipshol bij Schiphol. Chipshol vordert op grond van art. 50 Luchtvaartwet (Lvw) schadevergoeding vanwege de oplegging daarvan. Schiphol vordert in een afzonderlijke procedure op grond van art. 55 Lvw terugbetaling van de schadevergoeding voor zover de schade is weggevallen door de opheffing van het bouwverbod. Nadat in de art. 50-procedure succesvol cassatieberoep was ingesteld, zijn beide procedures gevoegd. Het hof heeft vervolgens geoordeeld dat de gegevens uit de art. 55-procedure in de art. 50-procedure slechts binnen de strikte verwijzingsregels een rol kunnen spelen. De HR vernietigt: de samenhang van art. 50 en 55 Lvw brengt mee dat de rechter in de art. 50-procedure acht moet slaan op de gegevens uit de art. 55-procedure voor zover die gegevens in de art. 55-beslissing een rol spelen.

ECLI:NL:HR:2018:1972

Fiscaal

Valutaverlies op deelneming uit andere lidstaat niet aftrekbaar
De HR oordeelt dat een valutaverlies geleden op een voor de deelnemingsvrijstelling kwalificerende deelneming uit een andere lidstaat niet in aftrek kan worden gebracht. Het feit dat een dergelijk valutaverlies wel in aftrek had kunnen worden gebracht als een fiscale eenheid had kunnen worden gevormd (alleen mogelijk in volledig binnenlandse verhoudingen) doet hier niet aan af.

ECLI:NL:HR:2018:1969

Fiscaal

Nederland mag renteaftrekbeperking niet toepassen
De vennootschapsbelasting staat de aftrek van rente op een lening niet toe indien deze lening wordt gebruikt voor een kapitaalstorting in een dochtervennootschap (artikel 10a Wet Vpb). Toepassing van deze regel kan in binnenlandse verhoudingen worden voorkomen door een fiscale eenheid aan te gaan. Het vormen van een fiscale eenheid is niet mogelijk met een buitenlandse dochter. De HR oordeelt dat een dergelijk verschil in behandeling tussen binnenlandse- en grensoverschrijdende verhoudingen een inbreuk vormt op het EU-recht. Derhalve mag Nederland artikel 10a Wet Vpb niet toepassen in grensoverschrijdende verhoudingen indien dit voorkomen had kunnen worden door een fiscale eenheid aan te gaan.

ECLI:NL:HR:2018:1968

 

Meld u aan voor de Hoge Raad News Update

 

Written by:

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Partner

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Partner