hoge raad

News Update Hoge Raad

Week 44 | HR vernietigt uitspraak hof in arbitragezaak Yukos
5 November 2021
5 november 2021 

Civiel

HR vernietigt uitspraak hof in arbitragezaak Yukos
Indien een arbitraal vonnis onder invloed van bedrog tot stand is gekomen, kan dit grond opleveren voor het oordeel dat het vonnis, of de wijze waarop het tot stand kwam, in strijd is met de openbare orde zoals bedoeld in art. 1065 lid 1, onder e, (oud) Rv. Dat bedrog door een van de procespartijen tevens een grond voor herroeping op de voet van art. 1068 lid 1 (oud) Rv oplevert, doet aan die conclusie niet af. Hetgeen door de HR is overwogen over de verhouding tussen de herroepingsprocedure en de vernietigingsprocedure geldt ook voor het huidige recht.

ECLI:NL:HR:2021:1645

Civiel

Bank kan verplicht zijn niet-consument betaalrekening aan te bieden
Als uitgangspunt geldt dat op banken op grond van hun maatschappelijke positie ook ten aanzien van niet-consumenten de verplichting kan rusten een betaalrekening aan te bieden (vgl. voor consumenten art. 4:71f Wft). Daarbij weegt zwaar dat het zonder betaalrekening vrijwel onmogelijk is om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer en om een bedrijf te exploiteren. Banken kunnen een gerechtvaardigd belang hebben om cliënten te weigeren vanwege toezichtrechtelijke eisen of integriteitsrisico’s, en dit belang kan eraan in de weg staan een bank te verplichten een betaalrekening aan te bieden.

ECLI:NL:HR:2021:1652

Civiel

Tegendeelbewijs vereist om bewijsvermoeden van art. 7:18 lid 2 BW te ontkrachten
Bij een consumentenkoop wordt als uitgangspunt vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord, indien de afwijking van het overeengekomene zich binnen een termijn van zes maanden na aflevering openbaart (art. 7:18 lid 2 BW). Deze bepaling dient volgens de HR conform de Richtlijn consumentenkoop te worden uitgelegd. Hierom kan de verkoper niet volstaan met het ontzenuwen van het bewijsvermoeden van art. 7:18 lid 2 BW, maar is van zijn kant tegendeelbewijs vereist en dus bewijs dat de zaak bij aflevering wel aan de overeenkomst beantwoordde.

ECLI:NL:HR:2021:1666

Fiscaal

Toch vertrouwen te ontlenen aan onjuiste mededeling op website Belastingdienst inzake revisierente
Belastingplichtige koopt een afgesloten lijfrenteverzekering voortijdig af, afgaande op informatie op de website van de Belastingdienst dat in dat geval geen revisierente is verschuldigd. Bij het opleggen van de aanslag heeft de inspecteur toch revisierente in rekening gebracht. De HR oordeelt dat bescherming van het door de informatie op de website van de Belastingdienst bij belanghebbende gewekte vertrouwen in dit geval moet prevaleren boven een juiste toepassing van de wettelijke bepalingen inzake het in rekening brengen van revisierente. De HR herziet hiermee zijn eerdere rechtspraak uit 1979.

ECLI:NL:HR:2021:1654

Meld u aan voor de News Update Hoge Raad
Written by:

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Partner

Key Contact

Amsterdam
Tax Lawyer | Partner