hoge raad

Systeem elektronische uitwisseling patiëntengegevens vooralsnog aanvaardbaar

1 december 2017

Civiel

Systeem elektronische uitwisseling patiëntengegevens vooralsnog aanvaardbaar

De Russische rechter heeft een Russisch arbitraal vonnis vernietigd. Op grond van art. V lid 1 sub e van het Verdrag van New York kan de rechter buiten Rusland de erkenning en het verlof tot tenuitvoerlegging van het arbitraal vonnis onder meer vanwege die vernietiging weigeren. De vraag doet zich voor of genoemde bepaling verplicht tot weigering of daartoe slechts de bevoegdheid geeft. De HR oordeelt dat de authentieke verdragsteksten op dit punt uiteenlopen. Zij kunnen volgens de HR het beste met elkaar verzoend worden door de bepaling zo uit te leggen dat de rechter ter zake een zekere beoordelingsruimte heeft, ook als een van de weigeringsgronden zich voordoet. De rechter kan op grond van die beoordelingsvrijheid in bijzondere gevallen toch tot erkenning en verlofverlening overgaan. 


ECLI:NL:HR:2017:3053

Civiel

Rechter moet ambtshalve immuniteit van jurisdictie van een niet verschenen vreemde staat onderzoeken
Van een eerste tussenvonnis was tussentijds hoger beroep toegelaten, en eiser maakt daarvan gebruik. Verweerder wijzigt bij memorie van antwoord zijn eis en stelt daarnaast incidenteel appel in tegen een tweede tussenvonnis. De HR oordeelt dat het hof het eerste tussenvonnis mocht vernietigen wegens de gewijzigde eis zonder eerst de grieven van eiser te beoordelen. Het hof mocht de zaak ook op de voet van art. 356 Rv. aan zich houden. Het hof had verweerder echter niet-ontvankelijk moeten verklaren in zijn incidentele appel, omdat de rechtbank geen tussentijds appel had opengesteld van het tweede tussenvonnis.

ECLI:NL:HR:2017:3054

Fiscaal

Btw-verhuurconstructie met tenniscomplex blijft in stand
Een tennisvereniging huurt voor € 45 per jaar een tenniscomplex van de gemeente. Ze moet zelf voor het beheer en onderhoud zorgen. De btw (destijds 19%) kan zij niet aftrekken. Eind 2009 is het complex aan renovatie toe. Met het oog daarop verkoopt zij activa (o.a. inventaris, lichtmasten e.d.) aan een door de voorzitter en penningmeester opgerichte stichting en draagt zij met instemming van de gemeente het huurcontract over aan de stichting. De vereniging huurt vervolgens het tenniscomplex terug van de stichting voor € 40.000 per jaar, vermeerderd met 6% btw. Volgens het hof heeft de stichting recht op aftrek van btw begrepen in onderhouds- en renovatiekosten. De HR laat dat oordeel in stand. De tennisvereniging en de stichting kunnen niet met elkaar worden vereenzelvigd, er is geen sprake van schijnhandelingen of misbruik van recht en de tennisvereniging betaalt een marktconforme vergoeding. De stichting verricht ook geen vrijgestelde prestaties die aan aftrek van btw in de weg zou staan.

ECLI:NL:HR:2017:3037

 

Meld u aan voor de Hoge Raad News Update

Written by:

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Partner

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Partner