Cassatie

Hoge Raad oordeelt over verschoningsrecht advocaten en bewijsbeslag op strafdossier
24 februari 2021
24 februari 2021

De schending van het verschoningsrecht belemmert een advocaat in de uitoefening van zijn werkzaamheden en raakt het eigen belang van de advocaat. Volgens de Hoge Raad kan de advocaat daarom opkomen tegen een schending van zijn verschoningsrecht. Met deze uitspraak maakt de Hoge Raad een einde aan een lange discussie over de bescherming van het verschoningsrecht.

Het ging in dit geval om het Openbaar Ministerie dat e-mailcorrespondentie in beslag nam van een verdachte met haar advocaten van Stibbe. Om de omvang van de schending van hun verschoningsrecht aan te tonen, legden de advocaten beslag op de originelen en kopieën van de e-mailcorrespondentie in het strafdossier, alsmede op de metadata. De metadata geven aan in welke mate de officier van justitie de vertrouwelijke correspondentie tussen de advocaten en de cliënt heeft gelezen en gebruikt. De Hoge Raad oordeelt dat het bewijsbeslag niet kan worden gelegd op de originele e-mails die deel uitmaken van het strafdossier. Dat is namelijk bestemd voor de 'openbare dienst'. Een beslag op stukken uit het strafdossier zelf belemmert bovendien de strafzaak doordat deze dan niet in de strafzaak kunnen worden ingebracht. Het beslag kon echter wel gelegd worden op de kopieën en de metadata. Vanwege het algemene, principiële karakter van de uitspraak is die van groot belang voor de hele advocatuur en alle opsporings- en toezichtinstanties.

Houthoff stond Stibbe bij in cassatie. Het Houthoff team bestond uit Alexander van der Voort Maarschalk, Thijs van Aerde en Milou van der Vegte.

ECLI:NL:HR:2021:273
Written by:

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Counsel