De coronacrisis en termijnen in de civiele rechtspleging

9 April 2020
9 april 2020

Bart van der Wiel en Laura van Gardingen hebben voor het tijdschrift Ondernemingsrecht een bijdrage geschreven genaamd 'De coronacrisis en termijnen in de civiele rechtspleging'.

Op het moment van schrijven van de bijdrage - 30 maart 2020 - is sprake van een pandemie door de uitbraak van het coronavirus, dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt. Maatregelen om de verdere verspreiding van het virus te vertragen blijven elkaar in hoog tempo opvolgen. De maatregelen zien met name op het zo veel mogelijk beperken van menselijke contacten. In dit kader zijn ook de gerechten gesloten, net als bijvoorbeeld de horeca, scholen en landsgrenzen - beperkte uitzonderingen daargelaten.

De getroffen maatregelen hebben naast ingrijpende gevolgen voor het dagelijks leven ook gevolgen voor de procespraktijk. Hierdoor rijzen vragen als: 'Hoe kan in persoon betekend worden aan een besmet persoon, of door een deurwaarder als die de straat niet meer op mogen?',of: 'Hoe kan een stuk worden ingediend als de gerechten dicht zijn?', en 'Gelden de termijnen nog onverkort?'. In de bijdrage gaan Bart van der Wiel en Laura van Gardingen met name in op deze laatste vraag: 'In hoeverre is er aangepaste omgang met termijnen in de civiele rechtspraak 'in tijden van corona'?

De publicatie van 'De coronacrisis en termijnen in de civiele rechtspleging' in Ondernemingsrecht is hier te lezen.
Written by:

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Partner

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Counsel