hoge raad

News Update Hoge Raad

Week 39 | Bedrog tijdens arbitrale procedure
30 September 2022

CIVIEL

Bedrog tijdens arbitrale procedure
Een arbitraal vonnis kan ingevolge art. 1068 lid 1 (oud) Rv worden herroepen indien sprake is van bedrog, mits dat bedrog na de arbitrale procedure is ontdekt. Als een arbitraal vonnis tot stand is gekomen onder invloed van bedrog, kan dat grond opleveren het vonnis wegens strijd met de openbare orde zoals bedoeld in art. 1065 lid 1, onder e, (oud) Rv te vernietigen. De HR overweegt dat indien een partij in een arbitrale procedure stelt dat zij na een tussenvonnis stukken in handen heeft gekregen die door toedoen van de wederpartij zijn achtergehouden en dat de inhoud daarvan op de beslissing van het scheidsgerecht van invloed zou zijn geweest, zij de bedoelde stukken in het geding zal moeten brengen. Arbiters zijn in zodanig geval gehouden het beroep op bedrog op juistheid te onderzoeken. Als arbiters het beroep op bedrog na beoordeling van deze stukken hebben verworpen, kan niet na beëindiging van de arbitrale procedure op dezelfde grond vernietiging worden gevorderd. De HR oordeelt dat het beroep op herroeping in dit geval niet meer kan, omdat het bedrog al tijdens de procedure is ontdekt. Het beroep op bedrog faalt, omdat arbiters de achtergehouden stukken hebben beoordeeld, waardoor niet meer kan worden gezegd dat de arbitrale beslissing onder invloed van het achterhouden van stukken tot stand is gekomen.

ECLI:NL:HR:2022:1332

CIVIEL

Vruchtgebruik op vorderingen kan niet dienen om zich hetgeen door inning van die vorderingen wordt ontvangen, toe te eigenen
KPN heeft antennelocaties nodig voor haar zendmasten en betaalt daarvoor huurpenningen of retributies aan de eigenaren daarvan. Een aantal eigenaren staat die kasstromen af aan Telecom Vastgoed tegen een afkoopsom ineens. Deze afspraak is vastgelegd met gebruikmaking van de vestiging van een vruchtgebruik op de vorderingen op KPN tot betaling van huurpenningen of retributies. De HR oordeelt dat hetgeen door inning van aan vruchtgebruik onderworpen vorderingen wordt ontvangen, aan de hoofdgerechtigde toebehoort en eveneens aan het vruchtgebruik is onderworpen (art. 3:213 lid 1 BW). Uit deze bepalingen vloeit voort, aldus de HR, dat het recht van vruchtgebruik op vorderingen niet kan dienen om zich hetgeen door inning van die vorderingen wordt ontvangen, toe te eigenen. Dat zou immers erop neerkomen dat het geïnde tegelijkertijd het goed is waarop het vruchtgebruik rust en de vrucht. Het gesloten stelsel van goederenrechtelijke rechten brengt mee dat geen recht van vruchtgebruik kan worden gevestigd dat niet aan de wettelijke omschrijving voldoet.

ECLI:NL:HR:2022:1331

STRAF

Procesafspraken in strafzaken
Cassatie in het belang der wet met betrekking tot procesafspraken in strafzaken, oftewel afspraken tussen het OM en de verdediging over het verloop en/of de afdoening van een strafzaak. De HR formuleert algemene uitgangspunten voor dergelijke afspraken, zij het beperkt tot afdoeningsvoorstellen aan de strafrechter met betrekking tot de omvang van de bewezenverklaring, de kwalificatie van strafbare feiten en de strafoplegging. De HR stelt voorop dat het geven van algemene regels over de toelaatbaarheid van procesafspraken zijn rechtsvormende taak te buiten gaat en het aan de wetgever is een eventuele regeling te introduceren. Niettemin biedt ook de huidige regeling ruimte aan de strafrechter om rekening te houden met procesafspraken. Dit onder de voorwaarde dat de verdachte ondubbelzinnig akkoord is gegaan met de afspraken, dit verenigbaar is met de verplichting van de strafrechter om het bewijs zelfstandig te waarderen, de strafrechter oordeelt dat de overeengekomen strafoplegging in redelijke verhouding staat tot de ernst van de feiten en eventuele afspraken over de afdoening van de vordering benadeelde partij voldoende recht doen aan de belangen van de benadeelde partij.

ECLI:NL:HR:2022:1252

Meld u aan voor de News Update Hoge Raad
Written by:

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Counsel