Schorsing en hervatting bij rechtsopvolging onder bijzondere titel: overneming geding door inningsbevoegde pandhouder

News Update Hoge Raad

Week 6 | Schorsing en hervatting bij rechtsopvolging onder bijzondere titel | overneming geding door inningsbevoegde pandhouder
9 februari 2024

Schorsing en hervatting bij rechtsopvolging onder bijzondere titel | overneming geding door inningsbevoegde pandhouder

CIVIEL

De HR oordeelt voor het eerst dat rechtsopvolging onder bijzondere titel hangende de instantie een grond is voor schorsing en hervatting zoals bedoeld in artikelen 225 lid 1 en 227 lid 1 Rv. Schorsing en hervatting op deze grond is echter niet mogelijk als de oorspronkelijke procespartij zich ertegen verzet dat zij daardoor als partij uit het geding verdwijnt. In dat geval wordt het geding voortgezet op naam van de oorspronkelijke partij. De rechtsopvolger kan wel door voeging of tussenkomst als partij tot het geding toetreden. De overgang van de inningsbevoegdheid op de pandhouder moet met een rechtsovergang onder bijzondere titel worden gelijkgesteld als op dat moment een procedure aanhangig is, waarin de pandgever nakoming van een verpande vordering vordert. De pandhouder kan dan dus het geding in de plaats van de pandgever voortzetten, tenzij de pandgever zich daartegen verzet.

ECLI:NL:HR:2024:217

Verbindendheid gehomologeerd akkoord: beperkt tot verifieerbare vorderingen

CIVIEL

In antwoord op prejudiciële vragen oordeelt de HR dat de verbindendheid van het gehomologeerde akkoord beperkt is tot voor verificatie vatbare vorderingen van concurrente schuldeisers. Na de faillietverklaring lopende rente kan op grond van artikel 128 Fw niet worden geverifieerd, tenzij door pand of hypotheek gedekt. De verbindendheid van het gehomologeerde akkoord ziet dus niet op rentevorderingen die op grond van artikel 128 Fw niet vatbaar zijn voor verificatie, aldus de HR.

ECLI:NL:HR:2024:210

Pensioenwet niet in strijd met Europese IORP II-richtlijn

CIVIEL

Pensioenfondsen zijn op grond van artikelen 131 en 132 Pensioenwet verplicht om bij wijze van buffer een bepaald eigen vermogen aan te houden. De HR oordeelt dat deze bepalingen niet in strijd zijn met de Europese richtlijn op het gebied van instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening ('IORP II-richtlijn'). Volgens de HR hebben lidstaten op grond van de IORP II-richtlijn namelijk de vrijheid om aanvullende voorschriften vast te stellen over het door pensioenfondsen aan te houden eigen vermogen als die vanuit prudentieel oogpunt gerechtvaardigd zijn. Ten overvloede overweegt de HR nog dat de klacht tegen het oordeel van het hof dat Nederlandse pensioenfondsen een dekking tegen biometrische risico’s (overlijden, arbeidsongeschiktheid en levensverwachting) verzekeren uitgaat van een onjuiste rechtsopvatting.

ECLI:NL:HR:2024:194

Een muur is geen bebouwing: overdracht grond met BTW belast

FISCAAL

Na de sloop van een voormalig fabrieksgebouw resteerde slechts nog een muur. De vraag was of deze muur kwalificeerde als gebouw. Volgens de HR was de omvang van de muur ten opzichte van het gehele perceel verwaarloosbaar en dus was het geheel onbebouwd. De HR concludeert verder dat het begrip ‘bouwbestemming’ ziet op de algemene bestemming die een terrein heeft en niet op de bebouwing zoals die was voorzien. Dat de aan verkoper verleende bouwvergunning niet meer bruikbaar was en de koper een nieuwe vergunning heeft moeten aanvragen, betekende daarom niet dat het terrein de status van bouwterrein verloor. De levering van het perceel was dus belast met btw.

ECLI:NL:HR:2024:216

Meld u aan voor de News Update Hoge Raad

Written by:

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Partner

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Counsel
Sylvia Dikmans

Key Contact

Amsterdam
Tax Lawyer | Partner