hoge raad

Onduidelijk vonnis en art. 6 EVRM

News Update Hoge Raad | Week 6
8 February 2019
8 februari 2019

Civiel

Onduidelijk vonnis en art. 6 EVRM
De kantonrechter heeft een vonnis gewezen dat lijkt op een verstekvonnis. In dit vonnis is A veroordeeld tot betaling van een geldbedrag aan Credivance. Tegen het vonnis heeft A met succes verzet ingesteld. Naar aanleiding van het hoger beroep van Credivance oordeelde het hof dat het vonnis van de kantonrechter geen verstekvonnis is, maar een vonnis op tegenspraak en dat A niet-ontvankelijk had moeten worden verklaard in haar verzet. Het hof bekrachtigt daarom het eerste vonnis waarin A is veroordeeld tot betaling aan Credivance en vernietigt de vonnissen die na het ingestelde verzet zijn gewezen. Het oordeel van het hof dat het eerste vonnis op tegenspraak is gewezen, is volgens de HR niet onjuist of onbegrijpelijk. De beslissing van het hof om het eerste vonnis te bekrachtigen en de overige vonnissen te vernietigen leidt evenwel ertoe dat A geen gelegenheid heeft gehad haar standpunt voor te leggen aan een rechterlijke instantie. Dat resultaat voldoet niet aan de eisen van een eerlijk proces (art. 6 EVRM). De HR verwijst de zaak naar een ander hof ter verdere behandeling en beslissing. 

ECLI:NL:HR:2019:207

Civiel

Omstandigheden die meetellen voor de ernstigeverwijtbaarheidstoets bij het niet-toekennen van een transitievergoeding
Een werknemer heeft geen recht op een transitievergoeding indien het eindigen of niet-voortzetten van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van zijn ernstig verwijtbaar handelen of nalaten (art. 7:673 lid 7, aanhef en onder c, BW). Bij de beoordeling van de vraag of hiervan sprake is, zijn – anders dan bij de vraag of een ontslag op staande voet rechtsgeldig is – de persoonlijke omstandigheden van de werknemer en overige omstandigheden van het geval slechts van belang, voor zover deze van invloed zijn op de verwijtbaarheid van het handelen of nalaten dat tot het ontslag heeft geleid. Bij de beoordeling van de vraag of het niet-toekennen van de transitievergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, kunnen daarentegen alle omstandigheden van belang zijn.

ECLI:NL:HR:2019:203

Meld u aan voor de Hoge Raad News Update

Written by:

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Partner

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Partner