hoge raad

News Update Hoge Raad | Week 26

Staat is niet verplicht tot repatriëring IS-kinderen (en hun moeders)
26 June 2020
19 juni 2020

Civiel

Staat is niet verplicht tot repatriëring IS-kinderen (en hun moeders)
Deze zaak gaat over de vraag of de Staat verplicht is te proberen vrouwen en kinderen vanuit (opvang)kampen in Noord-Syrië naar Nederland te halen. Het hof vernietigde het voor wat betreft de kinderen toewijzende vonnis van de rechtbank en wees de vorderingen van de vrouwen en kinderen alsnog af. De HR bekrachtigt dit oordeel. Volgens de HR vallen de vrouwen en kinderen niet onder de rechtsmacht van de Staat en kunnen zij dus jegens de Staat geen beroep doen op mensenrechtenverdragen. De HR onderkent dat de Staat een bijzondere verantwoordelijkheid heeft tegenover personen met de Nederlandse nationaliteit. Die verantwoordelijkheid brengt mee dat indien het recht op leven of vrijheid en veiligheid van deze personen wordt geschonden of dreigt te worden geschonden, de Staat gehouden is te beoordelen of hij zich in de omstandigheden van het geval kan en moet inspannen om deze schending te beëindigen of af te wenden. De rechter dient zich terughoudend op te stellen bij de beoordeling van de hierbij door de Staat gemaakte afweging. Volgens de HR kon het hof oordelen dat de Staat niet verplicht is de kinderen en moeders naar Nederland te halen of zich daartoe in te spannen.

ECLI:NL:HR:2020:1148

Fiscaal

Voornemen tot belaste verhuur ligt besloten in voornemen verhuur
Belanghebbende is eigenaar van een kantoorruimte die zij voor verhuur aanbiedt. Vanaf januari 2008 tot en met juli 2009 heeft het pand leeggestaan. Vanaf augustus 2009 tot en met december 2011 heeft belanghebbende het pand vrijgesteld van omzetbelasting verhuurd. Belanghebbende heeft in de periode van leegstand kosten voor instandhouding van het pand gemaakt en heeft de daarover in rekening gebrachte omzetbelasting in aftrek gebracht. Het hof oordeelde dat belanghebbende geen recht heeft op aftrek van de omzetbelasting over deze kosten omdat een objectief voornemen tot belaste verhuur ontbreekt. De HR oordeelt daarentegen dat in de gevallen waarin zowel belaste als onbelaste verhuur mogelijk is, aangenomen moet worden dat in het voornemen van de ondernemer om de onroerende zaak te verhuren, het voornemen ligt besloten om gebruik te maken van de mogelijkheid van belaste verhuur. Belanghebbende komt daarom wel in aanmerking voor aftrek van de omzetbelasting over de kosten die tijdens leegstand zijn gemaakt ten behoeve van de voorgenomen verhuur.

ECLI:NL:HR:2020:1145

Meld u aan voor de Hoge Raad News Update

Written by:

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Partner

Key Contact

Amsterdam
Tax Lawyer | Partner