12 May 2017
FISCAAL
Prejudiciële vraag over evenredige vermindering van de algemene heffingskorting voor buitenlandse EU-onderdaanEen Poolse vrouw werkt de eerste helft van 2013 in Nederland en geniet vrijwel haar gehele jaarinkomen in die periode. Zij was in die periode ook verplicht verzekerd voor de volksverzekeringen in Nederland. De rest van 2013 verbleef zij in Polen, waar zij verder geen inkomen genoot. Volgens de inspecteur heeft de vrouw slechts recht op een tijdsevenredig deel van het premiedeel van de algemene heffingskorting. De HR stelt aan het HvJ EU de prejudiciële vraag of dit in overeenstemming is met artikel 45 VWEU (vrij verkeer van werknemers). Uit het arrest Blanckaert (HvJEU 8 september 2005, nr. C-512/03) lijkt te volgen dat het (tijdsevenredig) onthouden van het premiedeel van de heffingskorting is toegestaan. Niettemin twijfelt de HR omdat de Poolse vrouw, anders dan in het geval van Blanckaert, vrijwel haar gehele inkomen in Nederland heeft verworven.
ECLI:NL:HR:2017:849
STRAF
Ontnemingszaak: kostenaftrek wederrechtelijk verkregen voordeel
Door de verdediging wordt ten aanzien van de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel in een ontnemingszaak gemotiveerd verweer gevoerd ten aanzien van de aftrek van kosten die in de optiek van de verdediging in directe relatie staan tot het delict. Het hof oordeelt dat de voorgestelde aftrekpost geen voordeel genereerde en verwerpt het verweer. De HR oordeelt dat de rechter in geval van een dergelijk verweer gemotiveerd tot uitdrukking moet brengen dat hetzij de kosten niet in directe relatie staan tot het delict, hetzij de kosten wel als zodanig kwalificeren maar deze kosten – al dan niet gedeeltelijk – voor rekening van de betrokkene dienen te blijven.
ECLI:NL:HR:2017:834