4 maart 2021

In de eindeloze saga van claims tegen Bariven, een dochter van het Venezolaanse staatsoliebedrijf PDVSA, heeft het Gerechtshof Den Haag (het hof) een arbitraal vonnis van de ICC bekrachtigd van ongeveer USD 70 miljoen (inclusief rente) ten gunste van Surpass, een Chinese staatsfabrikant, en tegen Bariven in een ICC-arbitrage van meerdere contracten in één arbitrage (klik hier voor de uitspraak).

Het geschil is ontstaan omdat Bariven met betrekking tot 26 koopovereenkomsten nagelaten heeft te betalen. Alle 26 koopovereenkomsten bevatten een gelijkluidend arbitragebeding waarin voorzien wordt in ICC-arbitrage in Den Haag. Surpass stelde, op grond van Artikel 9 van het ICC Arbitragereglement (waarin de mogelijkheid van arbitrage van meerdere contracten in één arbitrage wordt geboden), dat de partijen overeen zijn gekomen het geschil in een enkele ICC-arbitrageprocedure te beslechten. Bariven heeft, naast andere argumenten tegen de gegrondheid van de vorderingen van Surpass, stelling genomen tegen dat verzoek. Bariven heeft ook een tegenvordering van enkele miljoenen ingesteld in de arbitrage. In zijn vonnis van 27 mei 2019 heeft het arbitrale scheidsgerecht alle verweren van Bariven afgewezen en de volledige vordering van Surpass toegewezen, inclusief alle proceskosten. Het scheidsgerecht heeft ook de tegenvordering van Bariven afgewezen.

Bariven heeft geprobeerd het vonnis door het hof te laten vernietigen. Het verzoek van Bariven was enkel en alleen gebaseerd op het argument dat de partijen beweerdelijk de mogelijkheid om meerdere contracten in één arbitrage te beslechten niet overeen waren gekomen. In zijn besluit van 2 maart 2021 heeft het hof dit argument verworpen en de argumenten van Surpass overgenomen dat de partijen wel degelijk de mogelijkheid van arbitrage van meerdere contracten in één arbitrage overeen waren gekomen. Het hof was ook van oordeel dat zelfs als er geen overeenstemming bestond over arbitrage van meerdere contracten in één arbitrage, hetgeen mogelijk een schending van de opdracht van het scheidsgerecht in zou houden, deze schending niet ernstig genoeg zou zijn om vernietiging van het vonnis te dragen aangezien niet ter discussie stond dat er 26 gelijkluidende arbitragebedingen aangaande ICC-arbitrage bestonden. Het hof oordeelde dat Bariven haar belang bij berechting van het geschil in 26 verschillende arbitrageprocedures niet heeft aangetoond.

Deze uitspraak bevestigt dat de ICC-regels voorzien in een efficiënte wijze voor partijen om geschillen met betrekking tot meerdere contracten te beslechten, zelfs waar deze contracten voortvloeiden uit een reeks verschillende individuele transacties.

Zowel in de arbitrageprocedure als bij het hof werd Surpass bijgestaan door een Houthoff team onder leiding van Dirk Knottenbelt en Thomas Stouten, die al eerder in verschillende arbitrageprocedures tegen Bariven in het gelijk zijn gesteld en momenteel nog steeds betrokken zijn bij verschillende zaken tegen Bariven, PDVSA en Venezuela, zowel in arbitrageprocedures als bij de rechter.