hoge raad

News Update Hoge Raad | Week 28

Cessie van vordering door een bank aan niet-bank: overgang zorgplicht?
10 juli 2020
10 juli 2020

Civiel

Cessie van vordering door een bank aan niet-bank: overgang zorgplicht?
In antwoord op prejudiciële vragen oordeelt de HR dat een vordering van een bank op een cliënt uit hoofde van geldlening naar haar aard in beginsel kan worden overgedragen aan een niet-bank. Dit geldt ongeacht of de cliënt een consument is. De zorgplichten die een bank jegens haar cliënten heeft, maken als zodanig geen deel uit van een vordering. Die komen door de overdracht dan ook niet als zodanig te rusten op de niet-bank. Wel kan de zorgplicht van de bank in bepaalde gevallen de inhoud van de vordering nader bepalen, waardoor de vordering beperkingen kent en slechts in beperkte vorm kan worden gecedeerd. De rechtsbetrekking tussen de niet-bank en de leningnemer wordt na de cessie bovendien beheerst door de redelijkheid en billijkheid. Die kunnen meebrengen dat de niet-bank zich op dezelfde wijze jegens de leningnemer moet gedragen als een redelijk handelende bank.

ECLI:NL:HR:2020:1276
ECLI:NL:HR:2020:1274

Civiel

Inzage in stukken: de mate van aannemelijkheid van een rechtsbetrekking
Voor toewijzing van een vordering op de voet van art. 843a Rv is vereist dat het bestaan van de rechtsbetrekking waarop de vordering ziet 'voldoende aannemelijk' is. Die maatstaf stelt de rechter in staat een evenwicht te vinden tussen het belang van eiser of verzoeker om de waarheid te kunnen achterhalen en zijn bewijspositie te versterken alsmede het belang van verweerder om geen vertrouwelijke informatie prijs te hoeven geven en om verschoond te blijven van de ingrijpende inzagemaatregel. Wat bij een gestelde tekortkoming of onrechtmatige daad als 'voldoende aannemelijk' is aan te merken, kan niet in algemene zin worden beantwoord. Enerzijds is niet dezelfde aannemelijkheid vereist als voor toewijzing van een ge- of verbodsvordering in kort geding wegens dreigend tekortschieten of onrechtmatig handelen. Anderzijds gelden voor de aannemelijkheid hogere eisen dan bij de beoordeling van een verzoek tot in beslag nemen van bewijsmateriaal.

ECLI:NL:HR:2020:1251

Civiel

Gefailleerde stelt zelf rechtsvordering in: niet-ontvankelijk?
Door faillietverklaring verliest de schuldenaar van rechtswege de beschikking en het beheer over zijn vermogen. In faillissement kan de schuldenaar nog wel in rechte optreden, maar de verweerder kan in dat geval een beroep doen op de niet-ontvankelijkheid van de schuldenaar. De verweerder moet het beroep op niet-ontvankelijkheid doen voordat het faillissement is geëindigd. In dit geval had eiser de rechtsvordering voor het eindigen van zijn faillissement ingesteld, maar had de verweerder pas na het eindigen van het faillissement een beroep op de niet-ontvankelijkheid gedaan. Dat was te laat.

ECLI:NL:HR:2020:1243

Fiscaal

Geen deelnemingsvrijstelling voor schadevergoeding wegens niet-doorgaan Poolse aandelentransactie
Belanghebbende houdt een belang van 33% in een Poolse verzekeringsmaatschappij. Zij heeft een overeenkomst gesloten met de Poolse Staat om een belang van nog eens 21% te verkrijgen. Die overeenkomst bevat onder meer de voorwaarde van goedkeuring door de minister van Binnenlandse Zaken. De goedkeuring is niet verkregen. Naar Pools recht was de overeenkomst aan te merken als een preliminary agreement die nog geen recht gaf op levering van het 21%-belang. Daarvoor was een aparte overeenkomst (final agreement) nodig. Nu belanghebbende nog geen recht had op levering van de aandelen, valt de door haar van de Poolse overheid ontvangen schadevergoeding wegens het niet-doorgaan van de transactie niet onder de deelnemingsvrijstelling.

ECLI:NL:HR:2020:1270

Meld u aan voor de Hoge Raad News Update
Written by:
Sylvia Dikmans

Key Contact

Amsterdam
Tax Lawyer | Partner