Hoge Raad

'Misbruik van bevoegdheid door onverminderd vasthouden aan vordering'

News Update Hoge Raad week 12 2017
24 maart 2017

Civiel

Misbruik van bevoegdheid door onverminderd vasthouden aan vordering
Mondia, een verhuurder van V&D-winkelruimte, vordert in kort geding betaling van de onverminderde huurprijs, terwijl verhuurders van andere winkelpanden met V&D een buitengerechtelijk akkoord hebben gesloten en huurkorting hebben verleend, opdat V&D voor een faillissement zou worden behoed, waarvan ook Mondia heeft geprofiteerd. Het hof heeft geoordeeld dat Mondia daardoor misbruik van bevoegdheid maakt. De HR verwerpt het cassatieberoep van Mondia. Hij oordeelt dat het hof in dit geval aansluiting mocht zoeken bij de maatstaf voor het aanvaarden van een verplichting om mee te werken aan een buitengerechtelijk akkoord.

ECLI:NL:HR:2017:485

CIVIEL

Verjaringstermijn voor asbestslachtoffers in overeenstemming met EVRM
Een schadevergoedingsvordering die een gevolg is van blootstelling aan asbest verjaart ingevolge art. 3:310 lid 2 BW in ieder geval door verloop van dertig jaren na de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt. In het arrest Van Hese/De Schelde heeft de HR geoordeeld dat deze verjaringstermijn onder omstandigheden op grond van art. 6:2 lid 2 BW buiten toepassing kan blijven wanneer de ziekte zich meer dan dertig jaar na de blootstelling openbaart. Dit stelsel waarbij afhankelijk is van de omstandigheden van het geval of deze mesothelioomslachtoffers een beroep op verjaring kunnen afweren, is volgens de HR verenigbaar met art. 6 EVRM. De uitspraak van het EHRM in de zaak Howald Moor c.s./Zwitserland geeft geen aanleiding anders te oordelen.

ECLI:NL:HR:2017:494

CIVIEL

Bevoegdhedenovereenkomst met Gemeente Bladel mag gemeentelijke planologische belangen overstijgen
Het rijk, vijf provincies, LTO-Nederland en VNG hebben een convenant gesloten (het Pact van Brakkenstein) dat erop is gericht stallen te slopen in ruil voor woningbouw (ook wel 'ruimte-voor-ruimteregeling of RvR-regeling). De Gemeente Bladel heeft ter uitvoering van de RvR-regeling een overeenkomst gesloten met BMV op grond waarvan BMV zou zorgen voor de sloop van stallen in overeenstemming met de RvR-regeling en de realisering van 23 woningen. Daartegenover zou de gemeente haar planologische medewerking verlenen. 5 van de 16 aangewezen slooplocaties bevinden zich in Bladel. Omdat de stallen niet voldeden aan de voorwaarden van de RvR-regeling heeft de gemeente BMV wegens wanprestatie aangesproken tot schadevergoeding. De HR verwerpt het betoog van BMV dat de gemeente op grond van de WRO alleen voorwaarden kan stellen voor de slooplocaties in de gemeente zelf. De WRO heeft namelijk mede betrekking op het planologische beleid van het rijk en de provincie. In het stelsel van de WRO ligt besloten dat de gemeente mede rekening dient te houden met het beleid van rijk en provincie en daarom mocht de gemeente bij het sluiten van de overeenkomst mede rekening houden met het planologische belang van de locaties buiten Bladel.

ECLI:NL:HR:2017:483

 

Meld u aan voor de Hoge Raad News Update

Written by:

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Partner

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Partner