hoge raad

Hoge Raad geeft Fugro gelijk in strijd om agenderingsrecht

20 april 2018

Civiel

Hoge Raad geeft Fugro gelijk in strijd om agenderingsrecht
Boskalis had Fugro verzocht de ontmanteling van de beschermingsconstructie van Fugro ter stemming op te nemen op de agenda van de aandeelhoudersvergadering van Fugro, ook al erkende Boskalis dat de ava niet de bevoegdheid had te besluiten tot deze ontmanteling. Fugro weigerde het verzoek. Volgens de HR is dat terecht. De in art. 2:114a BW bedoelde aandeelhouders en certificaathouders kunnen de vennootschap niet ertoe verplichten een onderwerp dat een aangelegenheid is van het bestuur ter stemming (en dus niet alleen ter bespreking) op te nemen in de agenda van de ava. De Aandeelhoudersrichtlijn dwingt niet tot een andere conclusie. 

ECLI:NL:HR:2018:652

Civiel

Uitsluiten recht op transitievergoeding bij AOW-ontslag is geen verboden leeftijdsdiscriminatie
In antwoord op prejudiciële vragen beslist de HR dat art. 7:673 lid 7, aanhef en onder b, BW – op grond waarvan een werkgever geen transitievergoeding verschuldigd is indien het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst geschiedt in verband met of na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd – geen verboden discriminatie oplevert in de zin van Richtlijn 2008/78/EG. De HR oordeelt dat weliswaar sprake is van directie discriminatie op basis van leeftijd, maar dat de uitsluiting van een transitievergoeding voor werknemers die de AOW-leeftijd hebben bereikt, een legitiem doel dient: het voorkomen dat personen die in de regel niet langer zijn aangewezen op het verrichten van arbeid om in hun levensonderhoud te voorzien, toch recht hebben op een transitievergoeding. De HR kent daarbij gewicht toe aan het algemene doel van de Wet werk en zekerheid, namelijk om het ontslag voor werkgevers minder kostbaar maken. 

ECLI:NL:HR:2018:651

Civiel

Mondelinge en verkorte uitspraak 'oude stijl' blijft mogelijk naast mondelinge uitspraak als bedoeld in art. 30p Rv
In het kader van de KEI-wetgeving is per 1 september 2017 art. 30p Rv geïntroduceerd. In deze bepaling zijn regels opgenomen met betrekking tot mondelinge uitspraken. Deze nieuwe regels kunnen bezwarend zijn ten opzichte van de tot 1 september 2017 bestaande praktijk waarbij de rechter in spoedeisende zaken onder meer zijn mondelinge beslissing ten behoeve van de tenuitvoerlegging in een kop-staart-vonnis of noodbeschikking geeft. De HR beslist dat de wetgever niet de bedoeling heeft gehad aan deze praktijk een einde te maken. De HR geeft een aantal algemene regels die bij de bestaande praktijk in acht moeten worden genomen.

ECLI:NL:HR:2018:651 

Meld u aan voor de Hoge Raad News Update

 

Written by:

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Partner

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Partner