Wet Bibob: geen verschoningsrecht voor getuigen

News Update Hoge Raad

Week 11 | Arbitrage: vereiste terughoudendheid in vernietigingsprocedures
17 March 2023

Arbitrage: vereiste terughoudendheid in vernietigingsprocedures

CIVIEL
In een vernietigingsprocedure dient het hof slechts te onderzoeken of het scheidsgerecht bij zijn beslissing op het beroep op gezag van gewijsde van een eerder arbitraal vonnis de in art. 1059 Rv vervatte maatstaf had aangelegd, maar niet ook op welke wijze en met welk resultaat het dat heeft gedaan. Het hof had dit laatste uit het oog verloren door te onderzoeken of de door het tweede scheidsgerecht gegeven uitleg aan het vonnis van het eerste scheidsgerecht “onmiskenbaar onjuist” of “niet te begrijpen” is en of het tweede scheidsgerecht tot zijn uitleg van het vonnis van het eerste scheidsgerecht “heeft kunnen komen” en daarmee “kon oordelen” dat geen sprake is van gezag van gewijsde. Aldus heeft het hof volgens de HR de vereiste terughoudendheid miskend.

ECLI:NL:HR:2023:422

Uitzendovereenkomst: verzoek inlener vereist voor beëindiging 

CIVIEL
Voor het opzeggen van een uitzendovereenkomst in geval van ziekte of arbeidsongeschiktheid is een verzoek van de inlener nodig. In deze zaak was sprake van een beding dat onder meer inhield dat in geval van ziekte of ongeval van de uitzendkracht de terbeschikkingstelling werd geacht direct na een ziekmelding met onmiddellijke ingang te zijn beëindigd op verzoek van de inlener. Een dergelijk beding is volgens de HR nietig, nu het in strijd is met het vereiste dat een verzoek van de inlener tot beëindiging van de terbeschikkingstelling in dergelijke gevallen als voorwaarde geldt voor de beëindiging van de uitzendovereenkomst.

ECLI:NL:HR:2023:426

Aansprakelijkheid pensioenadviseur jegens nauw bij het advies betrokken derde

CIVIEL
Een pensioenadviseur heeft in opdracht van een werkgever geadviseerd over een aanvullende pensioenvoorziening ten behoeve van een werknemer. Het contact tussen de adviseur en de opdrachtgever verliepen via de werknemer. De adviesdiensten hebben geleid tot een verzekering ten behoeve van de werknemer. Onder verwijzing naar vaste rechtspraak oordeelt de HR dat deze omstandigheden tot geen andere conclusie kunnen leiden dan dat het belang van werknemer zo nauw bij de werkzaamheden van de pensioenadviseur was betrokken dat de adviseur een zorgplicht heeft jegens zowel de opdrachtgever als de werknemer en dat een tekortschieten in die zorgplicht in beginsel onrechtmatig is jegens de werknemer. De HR vernietigt het oordeel van het hof dat voor de aansprakelijk van een pensioenadviseur jegens de werknemer waar deze geen overeenkomst mee heeft, in de gegeven omstandigheden meer nodig is dan eventuele tekortkomingen van de pensioenadviseur jegens zijn opdrachtgever en contractuele wederpartij.

ECLI:NL:HR:2023:428

Written by:

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Partner

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Counsel