Hoofdelijkheid proceskostenveroordeling en duiding bewijsregel uit Van Doren/Lifestyle

News Update Hoge Raad

Week 51 | Hoofdelijkheid proceskostenveroordeling en duiding bewijsregel uit Van Doren/Lifestyle
23 December 2022

Hoofdelijkheid proceskostenveroordeling en duiding bewijsregel uit Van Doren/Lifestyle

CIVIEL
(i) De HR oordeelde dat bij een veroordeling van twee of meer partijen tot betaling van de proceskosten als uitgangspunt geldt, dat zij ieder voor het geheel aansprakelijk zijn en dus hoofdelijk zijn verbonden tot nakoming van die veroordeling. Niet vereist is dat een hoofdelijke veroordeling is gevorderd of verzocht. De rechter kan in de omstandigheden van het geval aanleiding zien anders te bepalen, bijvoorbeeld als de in de kosten te veroordelen partijen niet bij dezelfde advocaat of gemachtigde zijn verschenen en geen gelijkluidend verweer hebben gevoerd.

(ii) De bewijslast van de stelling dat merkrechten zijn uitgeput, rust in beginsel op degene die zich op uitputting van het merkenrecht beroept. Het HvJEU heeft in het arrest Van Doren/Lifestyle geoordeeld, dat de bescherming van het vrije verkeer van goederen tot een wijziging van deze bewijsregel kan aandringen. Het HvJEU heeft daarom een bijzondere bewijsregel geformuleerd: wanneer degene, die een beroep op uitputting doet, erin slaagt aan te tonen dat er een reëel gevaar bestaat dat de nationale markten worden afgeschermd wanneer hij de voorwaarden voor deze uitputting zelf moet bewijzen, met name wanneer de merkhouder zijn waren binnen de EER in de handel brengt door middel van een exclusief distributiesysteem, moet de merkhouder aantonen dat de waren aanvankelijk door hemzelf of met zijn toestemming buiten de EER in de handel zijn gebracht. Als dat bewijs wordt geleverd, is het aan de derde om aan te tonen dat de merkhouder met het daarna in de handel brengen binnen de EER heeft ingestemd. De HR oordeelt dat het erom gaat dat degene die een beroep doet op uitputting aantoont dat een reëel gevaar bestaat dat de nationale markten worden afgeschermd wanneer hij zelf moet bewijzen dat sprake is van uitputting, en dat dit zich met name, maar niet noodzakelijkerwijs, zal voordoen indien de merkhouder zijn waren binnen de EER in de handel brengt door middel van een exclusief distributiesysteem. 

ECLI:NL:HR:2022:1942

Rancuneuze ex-partner niet rechtsgeldig ingekeerd namens eigenaar eenmanszaak

STRAF
Een rancuneuze ex-partner verstrekt belastende informatie over de eigenaresse van een escortbureau aan de Belastingdienst, die deels met een 'zwarte' administratie werkt. De eigenaresse van deze eenmanszaak wordt vervolgd en beroept zich op de inkeerregeling. De HR oordeelt dat het hof het beroep terecht heeft afgewezen, nu de ex-partner handelde uit rancune om haar te belasten, de ex-partner niet handelde als vertegenwoordiger van de eigenaresse en zij de inkeer niet zelf heeft bevorderd. 

ECLI:NL:HR:2022:1900

 

 

Written by:

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Counsel

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Counsel

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Counsel