Developments in Europe for pre-pack proceedings

News Update Employment & Pensions

Ontwikkelingen uit Europa voor pre-pack procedure
31 januari 2023

De Europese Commissie heeft op 7 december 2022 een voorstel voor een richtlijn gedaan met als doel de voorspelbaarheid en efficiëntie van insolventieprocedures te vergroten.

Een belangrijk onderdeel van de voorgestelde richtlijn tot harmonisering van de insolventieprocedure vormt de pre-pack procedure. 

De pre-pack is een in de praktijk ontwikkelde procedure voor ondernemingen waarvan het faillissement onvermijdelijk is. Bij de pre-pack onderzoekt een beoogd curator onder het toezicht van een beoogd rechter-commissaris of na het uitspreken van het faillissement een doorstart van de onderneming mogelijk is. Als dit het geval is, kan de onderneming na het faillissement snel doorstarten in de praktijk doordat de onderneming of delen daarvan worden verkocht. Tijdens de procedure streven de curator en de rechter-commissaris naar zo een zo hoog mogelijke opbrengst voor de schuldeisers van de failliete onderneming, maar ook zo veel mogelijk behoud van werkgelegenheid.

De Nederlandse wetgever wil een wettelijke basis voor de pre-pack creëren met het 'Wetsvoorstel continuïteit ondernemingen I' (WCO I). Met het ontwerp ’Wetsvoorstel overgang van onderneming in faillissement’ (WOVOF) wil de wetgever bepalen dat bij een pre-packdoorstart in beginsel alle betrokken werknemers met behoud van rechten mee overgaan naar de koper, met de mogelijkheid voor de koper om op basis van economische, technische of organisatorische (ETO-) redenen niet alle werknemers in dienst te nemen. Wanneer de koper niet alle werknemers overneemt, gelden aanvullende procedurele vereisten.

De behandeling van beide wetsvoorstellen heeft enige tijd stilgelegen in afwachting van de uitkomst van de Heiploeg-zaak die uitsluitsel moest geven of bij de pre-pack procedure sprake kan zijn van overgang van onderneming, waardoor alle werknemers met behoud van rechten en plichten van rechtswege mee overgaan naar de ‘nieuwe’ doorstartende onderneming. 

Het Hof van Justitie oordeelde op 28 april 2022 in de Heiploeg-zaak dat de koper van de gefailleerde onderneming niet verplicht is om alle werknemers over te nemen, mits de pre-packprocedure is gericht op liquidatie én is voorzien van een wettelijke of bestuursrechtelijke grondslag. 

Het voorstel van de Europese Commissie is in overeenstemming met de Heiploeg-zaak. Het voorstel verduidelijkt dat de liquidatiefase van de pre-pack-procedure moet worden beschouwd als een faillissements- of insolventieprocedure, die is ingesteld met het oog op de vereffening van de activa van de overdrager onder toezicht van een bevoegde overheidsinstantie. Daarnaast bepaalt het voorstel dat de rechter een belangrijke rol speelt bij de pre-pack.

Op grond van het voorstel worden lidstaten verplicht om een pre-pack-procedure in hun insolventiewetgeving op te nemen die bestaat uit twee opeenvolgende fasen, de 'voorbereidingsfase' en de 'liquidatiefase'. 

De voorbereidingsfase heeft als doel een geschikte partij te vinden om de onderneming van de schuldenaar of een gedeelte daarvan going concern te verkopen. De liquidatiefase strekt tot het goedkeuren en uitvoeren van de verkoop van de onderneming en tot het uitkeren van de opbrengst aan de schuldeisers. 

Verder worden bestuurders op grond van het voorstel verplicht om uiterlijk drie maanden nadat zij bekend zijn geworden (of redelijkerwijs kunnen weten) dat de onderneming insolvent is, de insolventieprocedure aan te vragen. Als dit wordt nagelaten, kunnen de bestuurders aansprakelijk worden gesteld voor de schade die de schuldeisers als gevolg daarvan lijden.

De Nederlandse wetgever zal moeten bekijken in hoeverre de wetsvoorstellen WCO I en WOVOF moeten worden aangepast naar aanleiding van het voorstel van de Europese Commissie voor een richtlijn tot harmonisering van de insolventieprocedure.

Jet Stolk besprak de Heijploeg-zaak eerder in een podcast.

Written by:

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Partner