hoge raad

News Update Hoge Raad

Week 13 | Dringend eigen gebruik verhuurder: stelplicht en bewijslast
1 april 2022
1 april 2022

CIVIEL

Dringend eigen gebruik verhuurder: stelplicht en bewijslast
Een verhuurder van een bedrijfsruimte kan beëindiging van een huurovereenkomst vorderen op grond van dringend eigen gebruik. De vraag kan opkomen of van de verhuurder gevergd kan worden andere mogelijkheden te benutten om in zijn behoefte te voorzien. De HR oordeelt in dit arrest dat het aan de huurder is om te stellen en aannemelijk te maken dat de verhuurder andere mogelijkheden ten dienste staan en dat het benutten daarvan voldoende in de rede ligt.

ECLI:NL:HR:2022:494

CIVIEL

Huurder heeft niet altijd recht op verhuiskostenvergoeding tijdens renovatie
Een huurder van een woning is verplicht een renovatie te gedogen als de verhuurder daartoe een redelijk voorstel heeft gedaan. Voor de renovatiewerkzaamheden kan noodzakelijk zijn dat de huurder verhuist. In dat geval verplicht de wet de verhuurder tot een forfaitaire minimumbijdrage in de verhuiskosten. De HR verduidelijkt dat de huurder geen aanspraak kan maken op voornoemde minimumbijdrage, indien de verhuurder een redelijk en passend aanbod heeft gedaan tot verblijf in een volledig ingerichte en gestoffeerde wisselwoning als gevolg waarvan in het geheel geen verhuis- of herinrichtingskosten behoeven te worden gemaakt. Of de aangeboden wisselwoning een redelijke en passende voorziening is, hangt onder meer af van de ligging en kwaliteit van de wisselwoning en de persoonlijke omstandigheden van de huurder.

ECLI:NL:HR:2022:493

CIVIEL

Executeur van een nalatenschap exclusief bevoegd in rechte op te treden
Op grond van art. 4:144 lid 1 BW heeft de executeur tot taak de schulden van de nalatenschap te voldoen. De executeur treedt daarbij in en buiten rechte op als privatief vertegenwoordiger van de gezamenlijke erfgenamen (art. 4:145 lid 2 BW). De HR verduidelijkt dat dit betekent dat de erfgenamen niet zelf als zodanig voor de nalatenschap in rechte kunnen optreden. Indien een derde een vordering instelt tegen de gezamenlijke erfgenamen behoeven die erfgenamen ook niet in de gelegenheid worden gesteld om aan het geding deel te nemen.

ECLI:NL:HR:2022:495

Meld u aan voor de News Update Hoge Raad
Written by:

Key Contact

Rotterdam
Advocaat | Partner