Belastingplan 2024

Overzicht van de belangrijkste voorstellen
20 september 2023

Op de derde dinsdag van september (Prinsjesdag) presenteert het ministerie van Financiën traditiegetrouw de begroting, waaronder ook de belastingplannen van het ministerie voor het komende jaar.

De wetsvoorstellen worden besproken door het parlement en kunnen gedurende het wetgevingsproces worden gewijzigd. Hieronder geven wij een korte toelichting op de voornaamste voorstellen. Tenzij anderszins aangegeven, is de verwachting dat de wetten waarop deze voorstellen zien op 1 januari 2024 in werking zullen treden. 

Vennootschapsbelasting 

1. Kwalificatie van commanditaire vennootschappen (cv's) en daarmee vergelijkbare buitenlandse entiteiten
Open commanditaire vennootschappen (open cv's) kwalificeren als fiscaal niet-transparant, maar besloten commanditaire vennootschappen (besloten cv's) wel. In de huidige opzet geldt een commanditaire vennootschap in Nederland in wezen alleen als fiscaal transparant indien de overdracht van een commanditair belang in de cv alleen mogelijk is met voorafgaande schriftelijke toestemming van alle vennoten. Met ingang van 1 januari 2025 komt dit toestemmingsvereiste te vervallen en worden alle commanditaire vennootschappen in Nederland fiscaal transparant voor de vennootschapsbelasting. 

Voor 2024 wordt een overgangsregeling van kracht om commanditaire vennootschappen de gelegenheid te geven te herstructureren en de eventuele nadelige fiscale gevolgen te beperken. 

Daarnaast wordt de kwalificatiemethode voor buitenlandse rechtsvormen gecodificeerd. 

2. Fondsen voor gemene rekening (fgr's) en beleggingsinstellingen
Per 1 januari 2025 worden alle fondsen voor gemene rekening (fgr's) fiscaal transparant, behalve wanneer (i) het fgr een gereglementeerde entiteit is in de zin van artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) en (ii) de participaties in het fgr zonder toestemming van alle participanten kunnen worden overgedragen. Er wordt in een overgangsregeling voorzien om bestaande fgr's de tijd te geven om te herstructureren.

Vanaf 2025 komen alleen nog beleggingsinstellingen in de zin van de Wft in aanmerking voor de regeling voor de vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi-regime). Beleggingsinstellingen die niet voor het vbi-regime in aanmerking komen, worden volledig belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting.

Met ingang van 2025 mogen fiscale beleggingsinstellingen (fbi's) niet meer direct beleggen in (i) Nederlands vastgoed, (ii) de ontwikkeling van Nederlands vastgoed indien de belegging minder bedraagt dan 30% van de reële marktwaarde van het vastgoed vóór ontwikkeling, en (iii) dochtervennootschappen die vastgoedgerelateerde diensten verrichten. Fbi's die zich hier niet aan houden, zijn volledig belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Overgangsmaatregelen in de Wet op belastingen van rechtsverkeer maken het mogelijk om door fbi's in Nederland gehouden vastgoed te herstructureren.

Dividendbelasting

3. Registratiedata en bewijslast
Op 1 januari 2024 worden er twee maatregelen ingevoerd om dividendstripping verder aan banden te leggen. Allereerst moet er een wettelijke registratiedatum (record date) worden vastgelegd. Ten tweede wordt de bewijspositie van de Belastingdienst verbeterd dankzij de invoering van aanvullende documentatieverplichtingen voor de belastingplichtige.

Overdrachtsbelasting onroerende zaken 

4. Samenloopvrijstelling
Per 1 januari 2025 is het niet meer mogelijk om aanspraak te maken op de samenloopvrijstelling in verband met de verkrijging van aandelen in een vastgoedmaatschappij, tenzij het vastgoed voor minimaal 90% voor btw-plichtige prestaties wordt gebruikt en dit gedurende ten minste twee jaar na verkrijging van de aandelen zo blijft. Is dit niet het geval, dan wordt er overdrachtsbelasting tegen een gereduceerd tarief van 4% geheven.

Inkomstenbelasting

5. Overbruggingswet box 3
De invoering van de nieuwe box 3 voor belasting op vermogen wordt tot 2027 uitgesteld. De Overbruggingswet box 3 voorziet tot die tijd in overgangsrecht. Op dit moment worden de box 3-regels bij de rechter aangevochten. Naar verwachting zal de Overbruggingswet box 3 eenzelfde lot beschoren zijn, aangezien de daarin opgenomen regelgeving nog altijd een forfaitaire heffing op fictief inkomen omvat.

6. Wijziging lucratiefbelangregeling
Overige vermogensrechten kunnen tot een lucratief belang leiden indien deze rechten ondergeschikt zijn en minder dan 10% uitmaken van het totale geplaatste aandelenkapitaal. In de wijziging wordt bepaald dat alle leningen met een beloningselement die niet als informeel kapitaal kwalificeren tot het totale geplaatste aandelenkapitaal worden gerekend bij het bepalen of overige vermogensrechten als lucratieve belangen kwalificeren.

Europees belastingrecht

7. Pijler 2
Met de Wet minimumbelasting 2024 worden op 1 januari 2024 enkele wijzigingen in het Nederlandse belastingstelsel geïntroduceerd om invulling te geven aan de Pijler 2-regels. Met Pijler 2 wordt beoogd een wereldwijd effectief belastingtarief van 15% in te voeren. De regels gelden voor multinationals en binnenlandse bedrijven met een jaaromzet van EUR 750 miljoen of meer. 

8. Richtlijn betalingsdienstaanbieders
Om btw-fraude via e-commerce te bestrijden, worden betalingsdienstaanbieders verplicht om informatie over internationale betalingen met de Belastingdienst te delen.

Contact
Als u de gevolgen van deze wetsvoorstellen wilt bespreken, neem dan contact op met het belastingteam van Houthoff.

De verschillende wetsvoorstellen vindt u hier.

Written by:

Key Contact

Amsterdam
Tax Lawyer | Partner
Sylvia Dikmans

Key Contact

Amsterdam
Tax Lawyer | Partner

Key Contact

Amsterdam
Tax Lawyer | Advocaat | Associate