Het vertrouwensbeginsel zou tegen de toepassing van die hoofdregel aangevoerd kunnen worden of aangevoerd kunnen worden bij dan wel ter ondersteuning van de toepassing van de ook tot de Didam-regels behorende uitzonderingsregel, inhoudende dat er op grond van objectieve, toetsbare en redelijke criteria slechts één serieuze gegadigde is zodat geen mededingingsruimte door middel van een openbare selectieprocedure hoeft te worden geboden. In een artikel in het recente nummer van het Tijdschrift voor Bouwrecht maken Rick en Kateh de balans op en daartoe bespreken en becommentariëren zij de tot op heden in dit verband meest relevante rechtspraak. Lees hier hun artikel.
De toepassing van het vertrouwensbeginsel bij de toepassing van de Didam-regels nader bezien
Bij de toepassing van de bekende Didam-regels kan een botsing plaatsvinden tussen het gelijkheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel. In de rechtspraak zijn daarvan meerdere voorbeelden te vinden en die voorbeelden laten zien hoe een botsing tussen beide beginselen van behoorlijk bestuur in verschillende situaties kan uitwerken. Een botsing is aan de orde als de tot de Didam-regels behorende hoofdregel, inhoudende dat mededingingsruimte moet worden geboden door middel van een openbare selectieprocedure, van toepassing is en een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel wordt gedaan.