Kern van het stelsel: toelatingsplicht en verbodsbepalingen
De Wtta legt twee belangrijke verplichtingen op:
- Uitleenverbod (artikel 12c Waadi): Uitleners mogen alleen arbeidskrachten ter beschikking stellen als zij beschikken over een officiële toelating.
- Inleenverbod (artikel 12d Waadi): Inleners mogen uitsluitend arbeidskrachten inlenen via toegelaten uitleners.
Volgens de Wtta is sprake van uitlenen wanneer een uitlener een werknemer tegen vergoeding ter beschikking stelt aan een inlener, waarbij de werknemer werkt onder leiding en toezicht van die inlener.
De Wtta kent uitzonderingen op de toelatingsplicht, zoals collegiale uitleen zonder winstoogmerk en een ontheffing voor ondernemingen waarbij uitzendvergoedingen minder dan 10% van de loonsom en maximaal €2,5 miljoen per jaar bedragen.
Toelatingsvoorwaarden: VOG, waarborgsom en naleving normenkader
Om arbeidskrachten te mogen uitlenen onder de Wtta, moeten organisaties voldoen aan strenge eisen:
- Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG): De onderneming moet beschikken over een geldige VOG (artikel 12o Waadi).
- Financiële zekerheidstelling: Er moet een waarborgsom van €100.000 worden gestort (artikel 12p Waadi). Startende ondernemingen kunnen een verlaagde waarborgsom van €50.000 betalen.
- Naleving wet- en regelgeving: De onderneming moet aantoonbaar voldoen aan relevante arbeids-, sociale zekerheids- en fiscale wetgeving (artikel 12q Waadi), het normenkader. De exacte invulling hiervan volgt via lagere regelgeving.
Toegelaten ondernemingen worden opgenomen in een openbaar register, zodat inleners kunnen controleren of zij samenwerken met een toegelaten organisatie.
De toelatingsplicht geldt ook voor buitenlandse organisaties die arbeidskrachten in Nederland ter beschikking stellen. Zij moeten een toelating aanvragen en de waarborgsom voldoen. Het overleggen van een VOG voor rechtspersonen is voor buitenlandse ondernemingen niet vereist, aangezien zij deze niet kunnen aanvragen. Indien een buitenlandse rechtspersoon één of meer Nederlandse bestuurders heeft, is voor deze bestuurders een VOG voor natuurlijke personen verplicht. In dat geval vindt screening plaats van de betreffende bestuurders, niet van de rechtspersoon zelf.
Ook hier zal de exacte invulling verder worden uitgewerkt in lagere regelgeving.
Toezicht en handhaving
De beoordeling van toelatingsaanvragen en de bevoegdheid om bij misstanden toelatingen te schorsen, of in te trekken, wordt ondergebracht bij een speciaal daarvoor op te richten overheidsinstantie: de Nederlandse Autoriteit Uitleenmarkt (NAU). Deze instantie krijgt de bevoegdheid om private inspectie-instellingen aan te wijzen, die controleren of organisaties zich aan het normenkader houden en brengt het inspectierapport uit, dat nodig is voor een toelating.
De Arbeidsinspectie handhaaft de toelatingsplicht. Zij kan boetes opleggen aan uitleners die zonder toelating werken én aan inleners die personeel inschakelen via niet-toegelaten uitleners. Signalen van ernstige overtredingen, zoals onderbetaling van het minimumloon, kunnen, indien herstel uitblijft, leiden tot schorsing, weigering of intrekking van een toelating.
Tijdlijn en overgangsfase
Het stelsel treedt naar verwachting op 1 januari 2027 in werking. Vanaf dat moment moeten uitleners voldoen aan het normenkader en kunnen zij toelating aanvragen. De Arbeidsinspectie start op 1 januari 2028 met de handhaving van de toelatingsplicht. In de tussenliggende periode (2027) geldt een overgangsfase waarin het toezicht stapsgewijs wordt uitgebreid: informatie wordt gedeeld en op signalen wordt geacteerd met het oog op het al dan niet verlenen of behouden van een toelating. Zo zal de Arbeidsinspectie informatie delen met de NAU als bijvoorbeeld boetes zijn opgelegd aan een uitzendbureau voor het niet betalen van het minimumloon.
Gevolgen voor uitleners en inleners
Voor uitleners start de toelatingsprocedure als de Wtta op 1 januari 2027 in werking treedt. Zij moeten uiterlijk op 30 juni 2027 een volledige aanvraag bij de NAU indienen en aantoonbaar voldoen aan de wettelijke eisen, inclusief VOG, waarborgsom en naleving van het normenkader. Uitleners die zich voor 1 januari 2027 aanmelden, en kunnen aantonen dat ze tijdig contact hebben gehad met een inspectie-instelling én actief werken aan een inspectierapport, krijgen de status ‘aanvraag in behandeling’. Zij mogen op basis daarvan doorgaan met uitlenen tot de toelating definitief is.
Voor inleners geldt dat zij vanaf 1 januari 2028 uitsluitend arbeidskrachten mogen inhuren via toegelaten uitleners. Zij doen er verstandig aan om vanaf 2027 al te controleren of hun uitleenpartners bezig zijn met het toelatingsproces. Inhuur via niet-toegelaten uitleners brengt vanaf 1 januari 2028 beboetbare risico’s met zich mee.
Zie voor meer informatie: Toelating uitleenmarkt.